Biodiversiteit
Terwijl de opwarming van de aarde vroeger slechts werd beschouwd als een factor die het biodiversiteitsverlies verergerde, wordt het nu in het evaluatieverslag van 2019 van het Intergouvernementeel Wetenschappelijk en Beleidsplatform voor Biodiversiteit en Ecosysteemdiensten (IPBES) erkend als een belangrijke bepalende factor. Onderzoekers zijn van mening dat het een toenemend risico vormt voor de biodiversiteit en ecosysteemdiensten (zoals koolstofopslag, waterzuivering, bestuiving, voedselvoorraad, enz.).
‘Ecosystem based adaptation’ is vaak de meeste voordelige optie. Het gaat erom de biodiversiteit te verbeteren om steden, kusten, stroomgebieden, bossen, enz. beter bestand te maken tegen de gevolgen van de klimaatverandering. Enkele voorbeelden: herbebossing van hellingen, aanleg van natuurlijke overstromingsgebieden, agrobosbouw, groene corridors in de stad, enz.
Ongeveer 20 tot 30 procent van de dier- en plantensoorten loopt een hoger risico op uitsterving als de gemiddelde temperatuur met meer dan 1,5 tot 2,5 °C stijgt.
De klimaatverandering verhoogt de dreiging die op de diversiteit weegt (zoals de versnippering en vernietiging van habitats, vervuiling, overexploitatie of biologische invasies) en heeft terzelfder tijd een impact op:
Veel Europese plant- en diersoorten hebben hun verspreidingsgebieden al veranderd als reactie op de waargenomen klimaatverandering. Heel wat thermofiele soorten migreren noordwaarts. De aanwezigheid en het aantal soorten uit een warm gematigd klimaat zijn de afgelopen decennia in België toegenomen.
Bepaalde schadelijke soorten (teken, processierupsen, enz.) kunnen bevoordeeld worden door de impact van de klimaatverandering.
Terzelfder tijd vestigen bepaalde Belgische soorten zich noordelijker.
Het tempo van de klimaatverandering overschrijdt evenwel de capaciteit van heel wat soorten om zich aan te passen en te verhuizen, meer bepaald als het versnipperde landschap de verhuizing van de soorten beperkt of als de soorten geen aangepaste woonplaats vinden.
Door de stijging van de temperatuur vinden bepaalde voorjaarsgebeurtenissen vroeger plaats, zoals het uitbotten van de knoppen en bepaalde najaarsgebeurtenissen later, zoals de vergeling van de bladen. Het pollenseizoen begint vroeger in Europa en duurt ook langer dat 50 jaar geleden.
De trekvogels komen doorgaans vroeger aan door de grotere frequentie van zachte winters.
Door de interacties tussen verschillende soorten overhoop te halen kunnen de fenologische veranderingen die door de klimaatverandering worden veroorzaakt, de biodiversiteit in gevaar brengen (dat wordt bijvoorbeeld aangetoond door de bonte vliegenvanger: de aankomstdatum van deze migrerende soort evolueert trager dan de periode waarin het belangrijkste voedsel voor zijn nakomelingen verschijnt).
De klimaatverandering kan de gevestigde interacties tussen soorten verstoren (rivaliteit, predatie, parasitisme, bestuiving, commensalisme, enz.), maar ook nieuwe interacties doen ontstaan. De bedreigingen waarmee de individuele soorten worden geconfronteerd, worden vaak versterkt door de wijzigingen van de interspecifieke interacties. Dit geldt meer bepaald voor de zogenaamde speciale soorten. De komst van nieuwe soorten die zich aan de nieuwe klimatologische omstandigheden hebben aangepast, kan de structuur van de bestaande ecosystemen en de erdoor verleende diensten overhoop halen.
Invasieve soorten zijn planten- of diersoorten die door de mens buiten hun oorspronkelijk areaal zijn geïntroduceerd en die zich zodanig hebben verspreid dat zij een aanzienlijke bedreiging vormen voor de biodiversiteit. Sommige daarvan veroorzaken problemen voor de volksgezondheid en de kosten gebonden aan hun impact en beheer zijn aanzienlijk.
Het vermogen van soorten om zich in een nieuw gebied te vestigen en te ontwikkelen is sterk afhankelijk van het klimaat. Klimaatverandering heeft dus een invloed op biologische invasies door de wijziging van transport- en introductiemechanismen, door nieuwe soorten in staat te stellen zich te vestigen en door de wijziging van de verspreiding van gevestigde soorten. Daarnaast zal de klimaatverandering naar verwachting ook gevolgen hebben voor de effectiviteit van de bestrijdingsstrategieën.
De klimaatverandering verhoogt de gezondheidsrisico’s en leidt tot een verslechtering van de kwaliteit van de habitats.
In België werd een aantal maatregelen getroffen die elkaar versterken, zoals:
– de vastlegging van een netwerk van beschermde gebieden (Natura 2000) door de 3 gewesten, alsook op federaal niveau voor het zeemilieu. in het kader van de Vogelrichtlijn werden 255 en in het kader van de Habitatrichtlijn 281 speciale beschermde gebieden in het leven geroepen. Dat betekent in totaal 310 Natura 2000-gebieden met een oppervlakte van 5.163 km² (EU-barometer Natura 2000-2019)
– De invoering van een (gedeeltelijke) classificatie van de in België aanwezige soorten, afhankelijk van hun klimaatbehoeften (bioklimatologische classificatie van de soorten)
– de bestrijding van de versnippering (bv. blauw en groen netwerk in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ontsnippering van de rivieren (poorten en sluizen), subsidies in Wallonië voor de beplanting en het onderhoud van inheemse levende hagen, boomgaarden en boomlijnen, elementen van het ecologische netwerk, …
– de invoering van een gemeenschappelijke aanpak om de intrede van invasieve soorten te vermijden en de verspreiding ervan te beperken
– de versterking van de landbouwbiodiversiteit (via agromilieumaatregelen)
– de diversificatie van de soorten om de weerbaarheid tegen de klimaatverandering te verbeteren (wouden, groene ruimtes, enz.)
– de monitoring van de gevolgen van de klimaatverandering voor de biodiversiteit
– de ontwikkeling (en in kaart brengen) van de economische evaluatie van de ecosysteemdiensten
– Het Coastbusters project (2017 – 2020 ) test verschillende innovatieve technieken van natuurlijke kustbescherming uit aan de kust.
Bijzondere aandacht gaat uit naar de biodiversiteit in de steden. De ‘vergroening’ of ‘ecologisering’ van de steden was het onderwerp van een studie over de manier waarop de uitdagingen verbonden met de klimaatverandering moeten worden aangepakt. De resultaten van deze studie zijn verwerkt in een brochure (‘Investeer in groen – winst verzekerd’ ).
IPCC: Speciaal rapport “Climate change, desertification, land degradation, sustainable land management, food security, and greenhouse gas fluxes in terresterial ecosystems’ (2019)
IPBES (Intergovernmental Science-Policy Platform on Biodiversity and Ecosystem Services) : ‘Global Assessment Report on Biodiversity and Ecosystem Services‘ (2019)
De online tool BiodiversiTree helpt bedrijven om acties ten gunste van biodiversiteit te definiëren rond 4 assen (land, infrastructuur, aankoop en processen).
Ecosystem based adaptation (EbA):
- Voluntary guidelines for the design and effective implementation of ecosystem-based approaches to climate change adaptation and disaster risk reduction (November 2018, COP14 CBD) (CBD)
- 2013 EU ‘Strategy on Green Infrastructure
- ‘EU Research and Innovation agenda on Nature-Based Solutions and Re-Naturing Cities’
- Website ‘natural climate solutions’ gericht op herstel van de biodiversiteit
- Friends of EBA: informeel netwerk van organisaties voor samenwerking en kennisdeling op het gebied van EbA
- Solutions basées sur les écosystèmes (GIZ): meer dan 120 EbA-oplossingen
- https://panorama.solutions/en/portal/ecosystem-based-adaptation