Kust
Door klimaatverandering stijgt het zeespiegelniveau. Dit gebeurt door het afsmelten van ijskappen en gletsjers, de volumeverandering van zeewater als gevolg van de temperatuursverandering (dilatatie) en de veranderende opslag van water op het land. Een stijgend zeeniveau kan leiden tot meer overstromingen, kusterosie en zelfs de inname van laaggelegen gebieden door de zee. Zeewater kan ook ondiepe (zoet)waterlagen aantasten en zo de waterbevoorrading bedreigen en lokale ecosystemen aantasten.
Het jaargemiddelde zeeniveau in 2017 bijna 13 cm hoger ligt dan bij het begin van de meetreeks enkele decennia geleden.
Evolutie jaargemiddeld zeeniveau in Oostende tussen 1951 en 2017 (Milieurapport Vlaanderen 2018)
Projecties naar het tijdvak 2100 voor het midden-impactscenario wijzen naar een mogelijke zeespiegelstijging in de orde van grootte van 80 cm t.o.v. het huidige niveau, alhoewel er ook scenario’s bestaan die een grotere stijging voorspellen. Datzelfde midden-scenario verwacht een zeespiegelstijging van 30 cm tegen 2050, en 50 cm (of 7,5 m voor de 1000-jarige storm) en 100 cm hogere zeespiegels (of 8,0 m voor de 1000-jarige storm) tegen respectievelijk 2075 en 2115. Als de zeewering onvoldoende bestand is tegen de hoge waterstanden van een stormvloed, kunnen grootschalige overstromingen plaatsvinden.
De verwachte zeespiegelstijging en de verhoogde stormopzet zullen de kansen op overstromingen aan de kust doen toenemen en dit kan gevolgen hebben voor kuststeden, havenfaciliteiten en andere infrastructuur. De toename van overstromingen geldt ook langs de oevers van rivieren die verbonden zijn met de Noordzee, zoals de Schelde. Vooral bij sterke noordwestenwind kan een extreme stormopzet voorkomen in combinatie met hevige neerslag in het binnenland, wat tot nog sterkere toenames van de waterhoogtes en debieten kan leiden. Hogere waterstanden kunnen niet alleen leiden tot overstromingen vanuit rivieren, maar ook de uitwateringsmogelijkheden van polders en wateringen beperken.
Een derde van onze 67 kilometer lange kust is onvoldoende beschermd tegen zogenaamde superstormen. Dat blijkt uit een studie die de afdeling Kust uitvoerde om te onderzoeken hoe de kust op een minimaal veiligheidsniveau gebracht kan worden tegen een zeer zware storm.
Elke meter van onze relatief korte kustzone wordt intensief gebruikt. Onder de tien kuststeden en gemeenten bevinden zich niet alleen belangrijke badplaatsen maar ook de twee belangrijke handelshavens Zeebrugge en Oostende met elk hun achterliggende industriegebieden. Ook zijn er de vier recreatieve jachthavens Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge en Zeebrugge en een aantal waardevolle natuurgebieden zoals de Westhoek, IJzermonding, De Fonteintjes en het Zwin.
Naast de wijzigende overstromingsrisico’s zullen de veranderende waterhoogten en waterstromingen langs de kust tot veranderingen leiden in onder andere de kusterosie, de troebelheid van het water, dus het beschikbare licht, en de instroom van zoet water (verzilting). Dit kan samen met de veranderingen van de zeewatertemperatuur leiden tot habitatveranderingen en fysiologische effecten bij bepaalde dier- en plantengroepen, waardoor de voedselketens binnen ecosystemen worden beïnvloed. Lage neerslaghoeveelheden en toenemende evapotranspiratie versterken de verzilting. Wanneer geen maatregelen genomen worden om verzilting tegen te gaan, zal de zoetwaterwinning afgebouwd en mogelijk geherlokaliseerd moeten worden. Door de grotere zoutwaterflux ontstaat bovendien een sterkere zoute kwel in het aanpalend poldergebied, met verzilting van het landbouwgebied en van grondwaterafhankelijke ecosystemen als gevolg. De versterkte kwel veroorzaakt een stijging van het grondwaterpeil in de polders, waardoor de bergingscapaciteit afneemt en meer gedraineerd moet worden.
Door de stijging van de zeespiegel zal ook het getijregime veranderen met impact op specifieke ecosystemen als slikken, schorren en duinecosystemen en hun beschermende werking.
Al in 2007 is een studie gestart om te onderzoeken hoe we de kust kunnen beschermen tegen een zeer zware storm. Dit heeft in 2011 geresulteerd in het Masterplan Kustveiligheid met tijdhorizon 2050. Hierin zijn per gemeente diverse maatregelen opgenomen om de kust en het achterland tegen overstromingen vanuit zee te beschermen. Hierbij is rekening gehouden met een zeespiegelstijging zoals die toen werd ingeschat. Het Masterplan kustveiligheid moet er dan ook voor zorgen dat de veiligheid van de bewoning in de kustzone en het laaggelegen achterland gegarandeerd is tot 2050.
De nadruk van dit masterplan ligt in de eerste plaats op het realiseren van de gekozen beschermingsmaatregelen die noodzakelijk zijn om de kustveiligheid te blijven verzekeren. Een verwachte stijging van 30 centimeter van het zeeniveau tot in het jaar 2050 is in rekening gebracht en er is geverifieerd of de maatregelen op lange termijn flexibel aangepast kunnen worden aan hogere beschermingsniveaus en de stijging van de zeespiegel.
Meer dan de helft van de kust is tegen de zee beschermd met één of meer door mensen gebouwde versterkingen. In de tweede helft van de 20e eeuw groeide echter een nieuwe visie op zeewering. De natuurlijke vorm won aan belang. In de laatste decennia van de 20e eeuw bouwde de afdeling Kust geen nieuwe zeedijken meer. Men hield de harde constructies in stand en verfraaide ze tot esthetische promenades. Zeedijken kregen naast hun zeewerende ook een nieuwe, recreatieve functie.
Vandaag houdt de afdeling Kust voor het realiseren van een veilige zeewering vooral rekening met de natuurlijke dynamiek van de kust, met samenspel tussen het strand en de stromingen, de golven en de wind.
Talloze studies alsook eigen en op internationaal vlak uitgewisselde ervaringen tonen aan dat stevige duinen en brede, hooggelegen stranden de beste natuurlijke bescherming vormen tegen storm en overstroming.
In het kader van het Complex Project Kustvisie bekijkt de Vlaamse overheid hoe we de kustbescherming op lange termijn, met horizon 2100, moeten aanpakken, rekening houdend met extremere klimaatscenario’s dan diegene die gehanteerd werden bij de opmaak van het Masterplan Kustveiligheid. Mogelijk leidt dit ook reeds voor 2050 tot bijsturing van het actuele beleid.
Het CREST-project (Climate Resilient Coast) (2014-2018) zet sterk in op de kennisopbouw rond processen die zich voordoen aan de Vlaamse kust en de impact van klimaat op deze processen.
Het Coastbusters project (2017 – 2020 ) test verschillende innovatieve technieken van natuurlijke kustbescherming uit aan onze westkust.
Het INTERREG ENDURE project (ENsuring DUne REsilience against Climate Change) (2014-2020) kijkt naar het aanleggen van zandduinen als adaptieve, levende zeeweringen.